Wat is dat toch met voedingssupplementen?

Gisteravond heb ik me toch weer verwonderd, tijdens de avond over voeding en gedrag in debatcentrum de Rode Hoed in Amsterdam. Als ‘keynote spreker’ mocht ik in discussie met onder anderen prof. Renger Witkamp, hoogleraar voeding en farmacologie in Wageningen. Alles onder de bezielende leiding van Felix Rottenberg.

Ik dacht mijn punt wel te hebben gemaakt, tijdens mijn lezing en het vragenrondje: we lijden in Nederland (nagenoeg) collectief aan voedingstekorten, met gevolgen voor lichaam en geest. Adviezen over gezonde voeding hebben weinig uitgehaald – de Voedselconsumptiepeiling van het RIVM (2011) spreekt boekdelen. Daaruit blijkt hoe weinig groente en fruit vooral kinderen dagelijks eten.  Dus is gebruik van voedingssupplementen aanbevolen en zeker gerechtvaardigd. Let wel: ook ík vind dat goede voeding op de eerste plaats moet komen, áltijd. Maar als dit praktisch onhaalbaar blijkt, moet je realist zijn. Dan moeten er extra vitaminen en mineralen in. Klaar.

Maar daar denkt men in Wageningen nog altijd anders over. Natuurlijk wist ik dat wel. En toch verbaasde het me dat Renger Witkamp onvermurwbaar bleek. Zelfs onder de sterkst denkbare argumentatie. Zíjn belangrijkste tegenargument: een voedingssupplement lijkt op een pil en werkt zo medicijngebruik in de hand. Huh?

Onderweg naar huis dacht ik: wat is dat toch met voedingssupplementen? Bij regen steken we een paraplu op, als het koud is doen we handschoenen aan. Maar voedingssupplementen zijn als hulpmiddel nog steeds verdacht. Of is de vraag eigenlijk: wat is dat toch met Wageningen?

Gert Schuitemaker

Reacties zijn gesloten.

naar de
ORTHObibliotheek

naar de
tijdschriften