Ik heb er op zitten wachten. De R komt weer in de maand, dan komen ook, samen met de regenbuien, de berichten van óf het Voedingscentrum, óf de Consumentenbond. Dit keer is de afzender het NVIC, het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum van UMC Utrecht.
Gemeenschappelijke noemer:
onheilstijdingen over voedingssupplementen.
Positief nieuws over voedingssupplementen vind je nauwelijks in de pers. Standaard is dat negatieve items met grote interesse door de pers worden overgenomen, waarbij telkens weer blijkt dat journalisten geen notie hebben waarover het gaat. Maar, dat maakt niet uit, het is nieuws. Zoals Jurgen van den Berg vanochtend op Radio 1 die op basis van een artikel in het AD een aantal obligate vragen stelt aan Irma de Vries van het NVIC. Het item werd aangekondigd als “voedingssupplementen zijn schadelijker dan eerst werd aangenomen”. Onzin natuurlijk, en generaliserend. Irma de Vries had het uitsluitend over voedingssupplementen die in de sportschool worden gebruikt of bij afslankkuren. Dat bovendien deze supplementen soms farmacologische stoffen bevatten die er – uiteraard – niet in thuishoren en niet worden genoemd op het etiket. De argeloze luisteraar, waaronder ik bij de aankondiging, denkt: “oei, ik slik voedingssupplementen“. Dan blijkt dat het slechts gaat om een heel select groepje supplementen en niet om supplementen die onderhand in veel huishoudens in de keukenkast staan.
Via deze link kunt u het AD-artikel lezen.
Het NIVC heeft de opdracht om het gebruik van giftige stoffen in Nederland in kaart te brengen met het doel Nederlanders hiertegen te beschermen.
Prima.
Maar hier de kanttekening bij de werkwijze van het NIVC. In ons tijdschrift ORTHOmagazine heeft Toine de Graaf in 2014 daarover een artikel geschreven. Dit artikel wil ik u niet onthouden als tegengif tegen de wijze waarop voedingssupplementen vandaag weer negatief in de publiciteit zijn gekomen. Ik zou zeggen: oordeel zelf. Lees het ORTHO-artikel hier.
